Strenger dan de wet? Deze handelingen mogen mantelzorgers en vrijwilligers doen
Wat mogen mantelzorgers en vrijwilligers wel en niet doen in de zorg en wie is waarvoor verantwoordelijk? Zijn sommige organisaties misschien strenger dan de wet voorschrijft? Met drie voorbeelden laten we zien dat er veel mag en vooral dat gezond verstand en overleg belangrijk zijn.
De taart voor oma
Een kleinzoon heeft een taart voor zijn oma gebakken omdat ze jarig is. De overige bewoners op haar afdeling mogen ook een stukje, zegt de kleinzoon gul. De medewerker twijfelt. Ze weet niet of dat een goed idee is.
Wat zegt de wet?
Nergens in de wet staat dat dit verboden is. Als organisatie heb je de plicht maaltijden te bereiden die veilig zijn. Maar voor meegebrachte waar gelden geen wettelijke regels. Zorgorganisaties die het verbieden, zijn dus strenger dan de wet.
Overwegingen
In deze situatie is het vooral belangrijk om het gezond verstand te gebruiken. Wie zijn de cliënten? En wat zit er in de taart? Net als oudere mensen als zij ergens op visite zijn een stukje taart eten, kunnen ze dat ook in een zorgorganisatie. Maar het gezonde verstand kan ook betekenen dat je voor een bepaalde groep cliënten zegt: we doen het niet. Bijvoorbeeld voor mensen die somatisch zeer kwetsbare zijn. Kortom: neem een acceptabel risico en overweeg dat zorgvuldig.
De voorbehouden handeling
Mevrouw Hermans verblijft in een verpleeghuis, maar gaat vandaag een dagje uit met haar man. De verpleegkundige komt binnen om mevrouw te prikken in verband met haar diabetes. De man zegt: “Dat doe ik wel joh, komt goed, ik heb dat vroeger zo vaak gedaan.” Moet de verpleegkundige dit toestaan?
Wat zegt de wet?
Ja het mag, zegt de wet. Mantelzorgers vallen niet onder wet BIG, dus mogen zij voorbehouden handelingen uitvoeren. Als zorgorganisatie ben je hiervoor niet aansprakelijk. Zorgprofessionals vallen wel onder de wet BIG, zij mogen alleen voorbehouden handelingen uitvoeren als zij bevoegd en bekwaam zijn.
Overwegingen
Ook hier komt het aan op het nemen van een afgewogen besluit. Als het erop lijkt dat de man geen idee heeft wat hij doet, dan is het terecht om je af te vragen of het verstandig is. Maar dat is iets anders dan aansprakelijk zijn. Als in de thuissituatie de handeling door een mantelzorger wordt verricht, is er geen reden om dat in de instelling niet te doen. Samenwerking is ook hier het beste. Mantelzorger en beroepskracht kunnen van elkaar leren. Praat erover met elkaar.
De vrijwilliger en slikproblemen van de cliënt
Een beroepskracht helpt een cliënt met eten omdat zij slikproblemen heeft. Het broodje is gesmeerd, de stukjes gesneden, maar de medewerker wordt opgepiept. “Neem jij even over?” vraagt zij aan de vrijwilliger die ook aan tafel zit. De vrijwilliger vindt dat geen probleem, zij geeft zelfs aan dat zij de cliënt de stukjes brood wel in de mond kan geven. Mag dit?
Wat zegt de wet?
De positie van de vrijwilliger is een andere dan die van de mantelzorger. De vrijwilliger werkt in opdracht van de zorgorganisatie en is dus gehouden aan de regels van de zorgorganisatie. De zorgorganisatie is formeel verantwoordelijk voor de werkzaamheden van de vrijwilliger. Dat betekent echter niet dat een vrijwilliger een cliënt met slikproblemen niet zou mogen helpen. Dat bepaalt de zorgorganisatie. Zo zijn er zorgorganisaties die cursussen ‘slikproblemen’ geven, ook voor vrijwilligers.
Overwegingen
Een vrijwilliger moet goed ingewerkt worden. Zeker waar het gaat om situaties met meer risico voor de cliënt. Dat is essentieel voor cliënten, maar ook voor vrijwilligers. Niemand zit te wachten op een situatie dat het mis gaat. Maar in de wet staat niet dat het niet mag. Als een vrijwilliger met goed gevolg een cursus ‘slikproblemen’ heeft afgerond, dan is er geen beletsel om zo’n vrijwilliger in te zetten. Beoordeel altijd of de vrijwilliger het goed doet, zeker in het begin. Het moet, net als in de voorgaande voorbeelden, verantwoord zijn.
Verschillen mantelzorgers en vrijwilligers
Wat zijn nou de verschillen tussen vrijwilligers en mantelzorgers, waar het de wet betreft? Mantelzorgers zijn zelf aansprakelijk. Ook binnen de zorgorganisatie. De toezichthoudende rol van de zorgorganisatie betekent niet van te voren beoordelen of hij het kan, maar in de samenwerking met de mantelzorger inschatten of iemand de zorghandeling kan doen. Ook belangrijk: de kennis en ervaring van de mantelzorger: benut die en werk samen. Vrijwilligers werken in opdracht van de organisatie. Dan is de organisatie aansprakelijk. Als de zorgorganisatie zegt dat iets niet mag, dan mag het niet. Maar als er geen wettelijke basis voor is, zijn organisaties dus strenger dan de wet. Er kan dus ook een andere keuze gemaakt worden. Door angst voor imagoproblemen schieten veel organisaties in een kramp. Dat is niet bevorderlijk voor de kwaliteit van leven van cliënten.
Belangrijk is om met elkaar de discussie te blijven aangaan of de kwaliteit van leven is gediend met alle regels die we onszelf opleggen zonder dat er een wettelijke basis voor is. Wat willen we onze cliënten bieden? En hoe realiseer je kwaliteit? Dat kan door cursussen te geven en meekijken met wat vrijwilligers doen. Wat moet de vrijwilliger kunnen? Wat heeft hij nodig? Voor mantelzorgers geldt hetzelfde. Ook: maak een inschatting per situatie. Is het verantwoord voor deze cliënt? Want uiteindelijk draait het om een zo prettig mogelijke situatie voor de cliënt.
Met dank aan jurist Karel van Dijk, voor een toelichting op de verschillende voorbeeldcasussen.
Bron: expertisecentrummantelzorg