Overheid wil eerst eigen netwerk, burgers zien dat toch anders
De overheid wil dat we zoveel mogelijk ons eigen netwerk inschakelen als we hulp nodig hebben. Daar denken mensen genuanceerder over, ontdekte het Sociaal en Cultureel Planbureau: de meerderheid vindt dat informele hulp vooral aanvullend moet zijn op overheidsvoorzieningen.
In 2016 vinden meer mensen dan voorheen dat familie en vrienden voor elkaar zouden moeten zorgen als iemand gezondheidsproblemen heeft (in 2016: 69%; in 2014: 63%). En het aandeel dat vindt dat de zorg voor hulpbehoevende ouders vooral een taak van de overheid is, is kleiner in 2016 (63%) dan in 2014 (69%).
Dit betekent echter niet dat mensen vaker vinden dat het netwerk een grotere rol moet spelen dan voorheen. Het aandeel dat vindt dat mensen zo veel mogelijk hulp van hun eigen netwerk moeten krijgen, is sterk gedaald in de afgelopen jaren (van 41% in 2010 naar 23% in 2016). Deze uitkomsten suggereren dat mensen vinden dat burgers elkaar moeten helpen, maar dat hier wel een grens aan zit. Het moet niet te veel zijn en vooral aanvullend op overheidsvoorzieningen.
Aantal informele helpers neemt niet toe Het aandeel mensen dat daadwerkelijk informele hulp geeft, is desalniettemin niet veranderd tussen eind 2014 en eind 2016. In beide jaren gaf ongeveer 32% van de 16-plussers (ruim vier miljoen Nederlanders) mantelzorg en deed 8% vrijwilligerswerk in de zorg of ondersteuning.
Ook de duur en de intensiteit van het geven van mantelzorg is tussen 2014 en 2016 ongewijzigd gebleven. Gemiddeld geven mantelzorgers ruim zeven uur per week hulp, gedurende gemiddeld vijf jaar. Bijna een op de tien mantelzorgers ervaart een hoge belasting. Dit is niet veranderd in de afgelopen jaren. Dat neemt niet weg dat bij subgroepen mantelzorgers de belasting, zoals mantelzorgers van dementerenden, wel kan zijn toegenomen (Jansen et al., 2016).
Dat meer mensen dan voorheen vinden dat mensen informele hulp moeten geven, maar het aandeel helpers toch niet toeneemt, komt ook doordat veel mensen niemand kennen die hulp nodig heeft, dat anderen al hulp geven, dat de reisafstand te groot is of dat mensen geen tijd hebben.
Bron: socialevraagstukken.nl