Ondersteuning migrantenmantelzorgers moet beter
Een betere ondersteuning van migrantenmantelzorgers bij hun zorgtaken is dringend nodig. Deze specifieke groep mantelzorgers wordt op dit moment onvoldoende begeleid, waardoor ze relatief vaker overbelast raken dan mantelzorgers van Nederlandse afkomst, zo blijkt uit literatuuronderzoek.
Rieke Hengelaar, docent-onderzoeker en promovendus Ergotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam start daarom een onderzoek om de ondersteuning aan deze mantelzorgers te verbeteren. Het project ‘Kofi en Anja aan de keukentafel’ moet uitmonden in een concrete infographic en trainingen voor zowel (zorg)professionals als migrantenmantelzorgers.
Vier miljoen Nederlanders verlenen volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) voor korte of langere periode informele zorg of ondersteuning aan een naaste. Volgens recente cijfers van het Expertisecentrum Mantelzorg voelt 10 procent van deze groep mantelzorgers zich zwaar overbelast.
Mantelzorgers met een migratie-achtergrond (kortweg ‘migrantenmantelzorgers’) lopen meer risico om overbelast te raken dan mantelzorgers van Nederlandse afkomst, constateerde voormalig instituut voor multiculturele vraagstukken FORUM al in 2011.
"Dat migrantenmantelzorgers vaker overbelast raken, komt doordat deze groep vaak over minder ‘gezondheidsvaardigheden beschikt", aldus Rieke Hengelaar. "Dat wil zeggen, dat zij minder inzicht hebben in hoe de gezondheidszorg werkt en is georganiseerd. Ook zijn ze minder wegwijs bij de gemeente, en weten ze bijvoorbeeld de weg niet te vinden naar regelingen als respijtzorg, waarbij een vrijwilliger of professional de zorg tijdelijk van de mantelzorger overneemt."
Vooroordelen
Daarnaast verloopt de samenwerking tussen migrantenmantelzorgers en formele zorgverleners (ergotherapeut, huisarts, maatschappelijk werker, fysiotherapeut, etc) minder effectief, waardoor het risico op overbelasting toeneemt. Dat blijkt uit literatuuronderzoek dat Hengelaar voor haar promotie-onderzoek uitvoerde. ‘Zorgprofessionals hebben zelf meestal een positief beeld van de samenwerking, maar de mantelzorgers voelen zich vaak ondergewaardeerd of niet gehoord’, constateert zij.
‘Vooroordelen van beide kanten spelen hier een rol’, zegt Hengelaar: ‘Er is een gebrek aan vertrouwen onder met name oudere migrantenmantelzorgers jegens het Nederlandse gezondheidssysteem. Zij vertrouwen soms meer op traditionele geneeswijzen. Tegelijk ervaart een deel van de (zorg)professionals de invloed van een andere culturele achtergrond van de migrantenmantelzorgers als een belemmerende of stressvolle factor.’
Die vooroordelen komen ook voort uit culturele verschillen in communicatie en taalbarrières.De groep migrantelmantelzorgers is uiteraard divers, Hengelaar richt zich in haar onderzoek op oudere migrantenmantelzorgers (55+).
Geen beleid
Gemeenten hebben programma’s om mantelzorgers te ondersteunen en begeleiden bij hun zorgtaken. Uit een rondgang langs gemeenten blijkt echter dat die nog geen specifiek beleid en ondersteuningsaanbod hebben, afgestemd op– met name oudere - migrantenmantelzorgers.
Om daar een bijdrage aan te leveren, is Hengelaar in september 2015 het vijfjarig onderzoeksproject ‘Kofi en Anja aan de keukentafel’ gestart rondom de samenwerking tussen de migrantenmantelzorger en de (zorg)professional. De migrantenmantelzorgers én de zorgprofessionals worden in dit project tot gelijkwaardige ‘mede-onderzoekers’ gemaakt (een nieuwe methode). Om de onderzoeksresultaten bruikbaar te maken voor de praktijk, komen oudere migrantenmantelzorgers, (zorg)professionals (bijvoorbeeld wijkverpleegkundigen, ergotherapeuten en maatschappelijk werkenden), cliënten, docent-onderzoekers en ook studenten vanaf 2017 meerdere keren per jaar samen in een zogenoemde ‘Community of Practice’.
Het onderzoeksproject moet uiteindelijk resulteren in (digitale) infographics en trainingen voor (zorg)professionals en migrantenmantelzorgers. Met als doel dat de samenwerking tussen de formele en informele zorg verbetert, deze mantelzorgers meer ondersteuning krijgen, en de cliënt zo uiteindelijk betere zorg krijgt.
Bron: hogeschool van Amsterdam/ hva.nl